Bijhorende teksten

Onderstaand enkele grepen uit de tekst van Piet Mondriaan uit 1927, dat gaat over het neoplasticisme, en de relatie de woning, de straat en de stad.

Piet Mondriaan 1927

Visie en stijl
De Stijl streefde naar een cultuur die niet langer het individu centraal zou stellen, maar de gemeenschap. Door middel van een vormentaal gebaseerd op onveranderlijke en universele wetten dacht men deze utopie te kunnen realiseren.
Hij zal niet meer trachten de straten en parken der stad te beschutten, hygiënischer te maken of te verfraaien met bomen en bloemen. Hij zal steden maken die hygiënisch en schoon zijn door een evenwichtige tegenstelling van gebouwen, constructies en lege ruimten. Hij zal dan even tevreden binnen als buiten zijn.
Juist door de vrees voor disharmonie en doordat men zich aanpast aan het verleden, komt men tegenwoordig niet vooruit. Men moet zich niet aanpassen, maar 'scheppen'.
 
Ik wil dus een nieuwe esthetiek, gebaseerd op de zuivere verhouding van de zuivere lijn en de zuivere kleur. Want alleen door zuiver verhouding van zuivere, opbouwende elementen komt men tot zuivere schoonheid.

De zuiver beeldende en logische opvatting is altijd in overeenstemming met de praktische eisen, daar het een en ander slechts een kwestie van evenwicht is.

De zes neo-plastische wetten:
1e Het beeldingsmiddel moet het rechthoekig vlak of het prisma zijn, in primaire kleur (rood, blauwen geel) en in niet-kleur (wit, zwart en grijs). In de architectuur geldt de lege ruimte als niet-kleur. De gedenaturaliseerde materie kan als kleur rekenen.
2e De gelijkwaardigheid in afmeting en kleur van de beeldingsmiddelen is noodzakelijk. Verschillend van afmeting en kleur zijnde, moeten zij van een gelijke waarde zijn. Het evenwicht wijst in het algemeen een grote oppervlakte van niet-kleur of lege ruimte aan en een kleine oppervlakte van kleur of materie.
3e De tegenstellende tweeheid in het bindingmiddel is evenzeer in de compositie geëist.
4e Het onveranderlijke evenwichtwordt bereikt door de verhouding van stand en wordt uitgebeeld door de rechte lijn (begrenzing van het zuivere beeldingsmiddel) in haar principale, d.i. rechthoekige, tegenstelling.
5e Het evenwicht, dat de beeldingsmiddelen opheft en vernietigt, ontstaat door de verhoudingen van afmeting, waarin deze geplaatst zijn en die het levend ritme tot stand brengen.
6e Natuurlijke herhaling (de symmetrie) moet uitgesloten worden.


Standpunt
Denaturalisering is abstraheren. Al abstraherende komt men tot de zuivere abstracte beelding.

Ik herhaal: de woning moet niet langer beeldend gesloten, gescheiden zijn. De straat evenmin. Hoewel zij een verschillende functie hebben, moeten zij toch een eenheid vormen. Om hiertoe te komen, zal men de woning niet langer moeten beschouwen als een 'doos'. De idee 'tehuis' (Home, sweet home) moet verloren gaan. Eveneens de conventionele idee 'straat': men zal woning en straat moeten beschouwen als de stad, die een eenheid is, gevormd door vlakken die in een opheffende tegenstelling gecomposeerd zijn, waardoor alle afgescheidenheid en uitsluiting teniet gedaan wordt. Hetzelfde beginsel moet het binnenhuis beheersen. Dit moet niet langer een opeenstapeling van vertrekken zijn, gevormd door vier muren met niets dan gaten voor deuren en vensters, maar een constructie van vlakken in kleur en niet-kleur, die samengaan met de meubels en gebruiksvoorwerpen, die niets op zich zelf moeten zijn dan samenstel- lende elementen van het geheel. En de mens? Deze moet niets op-zich-zelf zijn en eveneens slechts een gedeelte van het geheel. Wanneer hij, aldus, niet meer zijn individualiteit voelt, zal hij gelukkig zijn in het aardse paradijs door hem zelf geschapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten